Daar zijn de sprinkhanen.

De hovelingen hadden strikt genomen in de Hebreeuwse tekst farao eigenlijk gevraagd om de “mannen”, de “ish” van Israël te laten gaan om Jahweh te dienen. Ze spreken ook niet over het offeren buiten de grenzen van Egypte. Ze herinnerden wellicht de eerste toelating1 en willen ook niet te veeleisend zijn maar wel een doorbraak afdwingen in de onderhandelingen. Exodus 10,8-9: 8 Hierop werden Mozes en Aäron opnieuw bij Farao

We gaan met ons allen offeren

ontboden en deze sprak tothen: `U kunt vertrekken en Jahwe uw God gaan vereren. Maar wie gaan er mee?’ 9 Mozes antwoordde: `Wij gaan met onze kinderen en grijsaards, met onze zonen en dochters, met ons kleinvee en onze runderen. Want wij vieren een pelgrimsfeest ter ere van Jahwe.’ Op het aandringen van de hovelingen laat farao Mozes en Aäron, die zopas vertrokken waren, opnieuw terugkomen. Farao geeft Mozes en Aäron de toestemming om Jahweh te vereren. Maar onmiddellijk vraagt hij wie er meegaat om de God van Hebreeuwen te vereren. Zijn hovelingen hadden strikt genomen bij hun voorzichtig aandringen enkel gesproken over de mannen. Farao wil geen gezichtsverlies ten opzichte van zijn hovelingen en grijpt de kans om terug te krabbelen op vorige toelatingen. De vraag van farao maakt deel uit van de onderhandelingen met Mozes en Aäron over de voorwaarden van de pelgrimstocht van de zonen van Israël. Mozes had echter al heel duidelijk te verstaan gegeven hoe dit vertrek zou gebeuren.
Farao had zelfs ook al eerder de toelating gegeven om met het volk2 te vertrekken op voorwaarde dat Mozes zou smeken aan Jahweh om de kikkers weg te nemen.
Om alle twijfels weg te nemen antwoordt Mozes snel en legt hij nog eens uit aan farao hoe het vertrek van het volk van Israël om te offeren zal zijn en wat ze zullen doen. Oud en jong, dochters en zonen van Israël en ook het kleinvee en de runderen zullen vertrekken om een feest, “chag” in het Hebreeuws, te vieren. De ouderen waren ook in Egypte gerespecteerd en mochten niet ontbreken op belangrijke momenten en met de jongeren worden ook de slaven en slavinnen, de kleintjes bedoeld. Dit is een feestelijke bijeenkomst met dans en offer, een pelgrimsfeest ter ere van Jahweh. Heel het volk van Israël zou dus vertrekken met hun ondertussen zeer groot geworden veestapel. Deze was sterk aangegroeid sedert hun hun aankomst3 in Egypte. In Egypte kende de bevolking ook groots opgezette festivals4 waar kosten noch moeite gespaard bleven. Deze volksfeesten werden gehouden ter ere van de goden en van farao en alle burgers waren er bij betrokken. De burgers van heel Egypte trokken toen samen naar de tempels of naar de Nijl. De vraag van Mozes klonk daarom ook niet heel vreemd bij farao en de hovelingen en omdat het offeren van Israël weerzinwekkend was voor de Egyptenaren was zijn vraag om het festival te laten doorgaan buiten de grenzen5 van Egypte dan ook niet zo speciaal. De toelating om verderop te vieren gaf farao reeds immers na de plaag van de steekvliegen.

1 Exodus 8,4.
2 Exodus 8,8.
3 Genesis 47,1.
4 Opet-festival; Sed-festival.
5 Exodus 8,21-24.