Ga in vrede naar Egypte mijn zoon.

De Ene maant Mozes aan om de handen uit de mouwen te steken en zich voor te bereiden om naar Egypte te trekken. Exodus 4,17-19: 17 Neem deze staf mee, daar moet ge de tekenen mee verrichten.’18 Nu ging Mozes terug naar Jeter, zijn schoonvader, en zei hem: `Ik zou willen terugkeren naar mijn broeders in Egypte om te zien hoe zij het maken.’ Jetro antwoordde hem: `Ga in vrede.’ 19 Want Jahwe had in Midjan tot Mozes gezegd: `Ga terug naar Egypte, want allen die u naar het leven stonden zijn gestorven. Het belangrijkste teken dat Mozes bij de hand heeft moet ook mee naar Egypte. Toen hij het zwaard had ingeruild voor de herdersstaf veranderde zijn manier van leven. Nu blijft zijn belangrijkste hulpmiddel zijn staf behouden en blijft hij herder. Geen schaapsherder maar een herder die zijn volk uit Egypte moet leiden. Zijn staf vertegenwoordigt zoveel symbolen dat het ook voor Mozes een teken is van de steun van de Ene en een houvast is.
Mozes kan niet zomaar zonder fatsoen Midjan en zijn familie verlaten en zijn opgenomen taak als herder van de schapen van Jetro zonder verwittigen laten vallen. Daarom trekt Mozes vastberaden naar Jeter, zijn schoonvader. Beleefd vraagt hij de belangrijke stamvader om te mogen terugkeren naar zijn volk in Egypte. Hij geeft hem het relaas van wat hij had meegemaakt in de nabijheid van de heilige berg. Zijn schoonvader die ook wel eens vriend van El genoemd werd1 luisterde aandachtig naar de tekenen die Mozes had gezien. Hij voelde ook aan dat het verhaal van Mozes werkelijk een

                  Hoe gaat het nog in Egypte?

bovennatuurlijke opdracht inhield. Mozes maakte hem duidelijk dat hij snel naar Egypte wou vertrekken om de situatie van zijn familieleden na al die jaren in dat land in te schatten. Het verhaal van Mozes was overtuigend en zijn enthousiasme was niet te stuiten. De begeestering van Mozes zette Jetro aan om zijn schoonzoon alle succes te wensen in zijn goddelijke onderneming. Het woord shalom werd hier zeer terecht door hem als wens uitgesproken. Jetro had ook de verhalen gehoord van de verdrukking van het volk van Israël in Egypte en hij wist nog dat zijn schoonzoon zoveel jaren geleden vluchtend voor de wraak van farao bij hem in de stam toekwam als vreemdeling. Mozes kon zijn schoonvader geruststellen dat er nu geen rechtstreekse doodsdreiging meer was omdat de farao en zijn bestuur voor wie hij vluchtte gestorven waren.
Toen Aäron Mozes bezocht in Midjan had hij hem die goddelijke boodschap gebracht om Mozes te overtuigen niet meer te aarzelen om naar Egypte te komen. Egypte is nu veilig voor hem. In deze wetenschap kon Mozes zijn schoonvader geruststellen en hem danken voor de bescherming die hij al die jaren genoten heeft bij de Midjanieten. Nu zal Mozes onder bescherming en met de steun van de Ene zijn nieuwe roeping kunnen waarmaken in Egypte nadat hij eerst op verkenning was geweest in het land waar zijn volk in slavernij leefde. Dit alles overtuigde Jetro en daarom gaf hij zijn zegen omdat hij de goddelijke gang van zaken niet wenste te dwarsbomen. Samen met de goddelijke uitnodiging om zijn volk te redden uit de slavernij lijkt de boodschap van Aäron en de zegen van Jetro wonderwel op het juiste moment op Mozes af te komen. Mozes kan nu vertrekken in een goede verstandhouding met zijn schoonvader en met de andere familieleden van zijn vrouw Sippora.

1 Exodus 2,18.